Het is uitgestorven in Hilversum en omstreken. Het cliche is waar: het Gooi is op wintersportvakantie. De straten zijn leeg, de winkels rustig. Ik was daardoor niet in mijn hum de afgelopen dagen, zeg maar gerust chagrijnig. Hoe kwamen we deze saaie voorjaarsvakantie door? Waarom waren wij niet op vakantie? Mokkend keek ik naar de vakantiekiekjes op de Instagramaccounts van vrienden. Zij zwelgend in vakantiegeluk, ik in zelfmedelijden.
Maar opeens was daar blij nieuws. De oudste dochter kwam vanmorgen enthousiast binnengerend. “Mama, ik heb een ei gevonden!”
Het zit zo: onze kippen zijn Cochin-kippen. Dat ras stopt in de herfst met eieren leggen, en begint daar weer mee als de lente in aantocht is. Ik keek verheugd naar het eitje, dat opeens symbool stond voor de lente, voor ‘het is allemaal zo erg niet’ en ‘wie het kleine niet eert…’ De kippen waren er zelf ook mee in hun nopjes. Ze kakelden vrolijker en harder dan normaal.
En zo stond ik opeens weer met beide benen op de grond. Gedwongen om te kijken naar wat er wél is. Knoppen aan de planten, een zachte temperatuur, rustige straten. En verse eitjes bij het ontbijt.