Na vijf jaar leven in het stoere en rauwe Rotterdam, wonen wij tegenwoordig in Hilversum-Zuid. Dat is een eh, Goede Buurt. Met hoofdletters. Want als deze buurt een kledingmerk zou zijn, was het Ralph Lauren. Een winkel: de Bijenkorf. Een bijpassende auto? Daar heb ik weinig verstand van, maar bijna iedereen hier heeft er twee. Hier wonen over het algemeen nette mensen, met (aan hun auto’s, huizen, inrichting en tuinen te zien) een goed inkomen.
Niet alleen de auto’s en huizen geven een goede afspiegeling van de samenstelling van de buurt. Door puur naar de winkelstraat van onze wijk te kijken kun je je ook een aardig beeld vormen. Zo hebben we hier in één straat drie slagers (waarvan een traiteur), drie bakkers (waarvan één Franse), twee groentejuweliers (want groentebóeren zijn alleen voor de normale sterveling) een luxe kookwinkel en twee (merk)kledingzaken voor kinderen. Al deze winkels hebben een belangrijk aspect gemeen: ze hebben prijzen waar je u tegen zegt.
Ik woon hier nu sinds oktober, maar moet nog regelmatig wennen aan mijn nieuwe buurt en de ongeschreven regels die hier gelden. Zoals de ochtenden bij de Franse bakker. Want de Franse bakker is niet zómaar een bakker.
Bij Le Fournil de Sebastién hobbel je niet zomaar in joggingbroek naar binnen. Nee, je staat er wel even in de rij en dus moet je op je kleding (want imago) letten. De dresscode: laten zien dat je iets nuttigs doet in het leven. Dat kan op verschillende manieren. In kantoor-outfit (ik ben zakelijk succesvol en daarom koop ik duur brood), in je hardloop-outfit (ik sport en ik eet gezond), of in hippe kleding (ik ben hip en woon in Hilversum-Zuid).
Daarnaast bestel je hier niet zomaar een halfje bruin. Nee, bij Le Fournil de Sebastién bestel je een baguette, michette, pain d’antan of chouquette. Op z’n Frans. Een ultieme kans om aan de rest van de rij te laten horen hoe goed jouw Frans is. Ik stond laatst achterin de rij en hoorde de Franse uitspraak van iedereen voor mij steeds exorbitanter worden.
Toch gaat er soms nog weleens iets mis bij Le Fournil. Vorige week bestelde een mevrouw in hardloop-outfit en rieten boodschapmandje (dat is hier heel hip, is dat in andere delen van Nederland ook zo?) een pain d’antan. Ze zei het echter zo onduidelijk dat de verkoopster vertwijfeld naar de pain d’campagne wees. ‘Bedoelt u deze?’ De hardloopmevrouw kromp ineen van schaamte. Want dit is het ergste dat er kan gebeuren bij de Franse bakker. Zachtjes zei ze: ‘Nee, die ernaast graag.’